Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Jezus, Zich tot haar kerende zeide: [30]Gij dochters van Jeruzalem! weent [31]niet over Mij, maar [32]weent over uzelven, en over uw kinderen. 30. Dat is, gij vrouwen, die binnen Jeruzalem woont. 31. Dat is, niet zozeer. 32. Namelijk veel meer.